Wednesday, February 28, 2007

‘The typewriter is holy the poem is holy the voice is holy the hearers are holy the ecstasy is holy’

Het is 1955, dertien oktober. De ‘Six gallery’, een centrum voor kunstenaars in San Francisco, is vol en in extase. Onder invloed van een grote hoeveelheid goedkope wijn heeft een zenuwachtige Allen Ginsberg zojuist voor het eerst zijn, ruim honderd regels lange, gedicht Howl voorgedragen. Om hem te ondersteunen riep zijn vriend Jack Kerouac na iedere zin ‘GO!’. In drie hoofdstukken bezong Ginsberg het leven van de straat, een leven van drugs, drank, seks, verlangens en reizen. Nu sluit hij af met een extatische voetnoot, waarin hij alles en iedereen de onvoorwaardelijke liefde verklaart:

‘Holy! Holy! Holy! Holy! Holy! Holy! Holy! Holy! Holy! Holy! Holy! Holy! Holy! Holy! Holy! / The world is holy! The soul is holy! The skin is holy! The nose is holy! The tongue and cock and hand and asshole holy! / ….. / The typewriter is holy the poem is holy the voice is holy the hearers are holy the ecstasy is holy! / Holy Peter holy Allen holy Solomon holy Lucien holy Kerouac holy Huncke holy Burroughs holy Cassady holy the unknown buggered and suffering beggars holy the hideous human angels! / ….. / Holy the lone juggernaut! Holy the vast lamb of the middle class! Holy the crazy shepherds of rebellion! Who digs Los Angeles IS Los Angeles! / ….. / Holy the supernatural extra brilliant intelligent kindness of the soul!’

Zowel Kerouac als Ginsberg zijn aan het einde van de voordracht in tranen.

De ‘Six gallery poetry reading’ wordt beschouwd als het moment waarop de Beatgeneration ontstond. Onder deze noemer zette een groep jonge schrijvers, dichters en junkies zich af tegen de literaire conventies van de kleinburgerlijke jaren vijftig in het Amerika van de vorige eeuw. Met hun rauwe, pure en controversiële proza en poëzie gaven Allen Ginsberg, Jack Kerouac en William S. Burroughs het leven van de jonge Amerikaanse bohémiens een gezicht. Dit jaar is het een halve eeuw geleden dat Kerouac’s On the road, de bekendste roman uit de Beatgeneration gepubliceerd werd.

Verlangens en optimisme: On the road

Burroughs, Ginsberg en Kerouac leerden elkaar rond 1943 kennen op Columbia University in New York. In de groep die zich om hen heen verzamelde, bevonden zich Gregory Corso, Peter Orlovsky en Neal Cassady. De laatste, die zich in 1947 bij de groep aansloot, had een kortstondige relatie met de homoseksuele Ginsberg, maar – belangrijker - maakte met Jack Kerouac de reizen die in ‘On the road’ beschreven worden. In deze reizen verkent Kerouac in wisselend gezelschap, maar vaak met de hyperactieve ‘madman’ Cassady, de Verenigde Staten en Mexico. Het boek is een ode aan het zwerfleven, verdovende middelen, alle mensen, de Bebop, maar vooral aan Amerika en al haar gekte. Dit zijn gelijk de belangrijkste thema’s van de beatgeneration.

On the road leest als een lange trip. Het is een pleidooi voor menselijkheid, een kruistocht tegen de zelfgenoegzame academici, een hunkering naar de ‘kicks’ van nieuwe ervaring en een onderzoek naar vergankelijkheid. Of zoals Kerouac’s alter ego Sal Paradise het in On the road zegt:

They danced down the streets like dingledodies, and I shambled after as I've been doing all my life after people who interest me, because the only people for me are the mad ones, the ones who are mad to live, mad to talk, mad to be saved, desirous of everything at the same time, the ones that never yawn or say a commonplace thing, but burn, burn, burn like fabulous yellow roman candles exploding like spiders across the stars and in the middle you see the blue centerlight pop and everybody goes 'Awww!'’

Het boek is een lofzang op het leven en de vrijheid en een gevecht tegen kleinburgerlijkheid. Kerouac neemt de lezer mee door een tijd waarin alles mag en een land waarin alles kan en laat hem na de laatste bladzijde stuiterend achter.

Het verhaal gaat dat Kerouac in 1952 onder invloed van benzedrine en koffie in drie weken tijd een rol typepapier van veertig meter vol tikte. Er is nogal eens sprake van mythevorming rond de Beatschrijvers, met name als het gaat om drank- en drugsgebruik. Maar de rol, die bestaat echt. Op dit moment gaat deze ‘on the road’ in de Verenigde Staten langs verschillende musea en universiteiten.

Kerouac noemde schrijven eens ‘een manifestatie van de geest zoals die zich in de tijd beweegt, waarbij iedere poging dat nog te veranderen en herstructureren in wezen vals is’. Het klinkt als een mooie basisregel, maar gezegd moet worden dat hij en zijn vrienden zich er lang niet altijd aan hielden. Het ideaal was weliswaar dat het uitstorten van de ziel tot pure literatuur zou leiden, maar natuurlijk werd ook aan hun boeken uitgebreid geschaafd. Publicatie liet nog vijf jaar op zich wachten, maar daarna werd het boek wereldberoemd. William S. Burroughs zei later over het boek: ‘On the road sold a trillion levis and a million espresso machines, and also sent countless kids on the road… The alienation, the restlessness, the dissatisfaction were already there waiting when Kerouac pointed out the road.’

Maatschappijkritische ranzigheid

William S. Burroughs zou zijn Naked lunch, de tweede grote beatroman, pas in 1959 zien uitkomen. Net als Howl van Allen Ginsberg, creëerde dit boek een grote controverse en werden er uitgebreid rechtszaken gevoerd over het obscene karakter. Maar waar On the road en HowlNaked lunch doorspekt met satire in de beschrijving van de ranzigheid van het leven van junkies en psychisch gestoorden. Burroughs was de laatste veertig jaar van zijn leven -hij werd desondanks 84- verslaafd aan opiaten en leefde tussen schooiers en dieven. Vanuit de laagste klasse benadrukt hij genadeloos de zwarte kant van Amerika. Het is niet dat hij de vinger op de zere plek legt, hij roert driehonderd bladzijden door de zweer die Amerika heet. Hij kotst de lezer onder met verhalen uit de onderbuik van de Amerikaanse samenleving. vooral bol staan van de energie en optimistische, vaak extatische beschrijving van alle aspecten van het leven, is

Portretten van het ‘American Low-life’ lijken nog steeds succesvol. Burroughs wordt nog steeds opnieuw uitgegeven, maar ook zijn tijdgenoot Anthony Burgess heeft met A Clockwork OrangeFactotum verfilmd. (in 1971 verfilmd door Stanley Kubrick) nog steeds een cultklassieker op zijn naam staan. In Londen en Tanger, waar Burroughs geruime tijd woonde, zag hij de Engelse schrijver regelmatig. Een andere auteur uit die tijd, die nog steeds gelezen wordt, is Charles Bukowski. Hoewel hij niet officieel tot de Beatgeneration gerekend wordt, schrijft hij op dezelfde non-conformistische wijze over het lege Amerikaanse leven aan de onderkant van de sociaal-maatschappelijke en economische ladder. In 2005 werd zijn roman

Kracht van de beats

De uitspraak dat literatuur uit de 21ste eeuw conventioneel is, is per definitie onjuist. Er wordt veel geëxperimenteerd met nieuwe stijl en inhoud. Het probleem is echter dat het in een Westerse democratie met een lange literaire geschiedenis waarin nauwelijks meer taboes zijn overgebleven, steeds lastiger wordt om onconventioneel te schrijven. Een aantal van de boeken van de Beatschrijvers ademt nog de kracht van de controverse, de energie van iets nieuws. Irvine Welsh schrijft goede boeken, maar een liefhebber van Trainspotting moet ooit William Burroughs hebben gelezen. Een fan van Herman Brusselmans moet in ieder geval eens van Charles Bukowski gehoord hebben.

Boeken die anno 2007 geschreven worden kunnen literair nog zo relevant zijn, vaak missen ze een bepaalde noodzaak. Een noodzaak die in de beste Beatliteratuur van elke bladzijde afdruipt. Goede boeken moesten op dat moment geschreven worden en hebben naast literair belang een minstens zo groot maatschappelijk belang. On the road was vijftig jaar geleden voor velen een grote alarmklok, die ze wakker schudde en de deur naar het leven opende. Er is weinig fantasie voor nodig om een parallel te vinden tussen de geregelde jaren vijftig en de gemakzucht waarmee mensen zich in de 21e eeuw in het systeem nestelen.

Burroughs, Ginsberg en Kerouac wijzen de lezer op het avontuur, de naaktheid van het leven, het pure van de nieuwe ervaring. Ze schreeuwen je toe: Kom uit je luie stoel! Eet! Zuip! Reis! Neuk! Snuif! Leef! Ze geven je een nieuwe kijk op de wereld.

En daarom moeten de Beatschrijvers gelezen worden. En herlezen.

No comments: